Deze plant werd ontdekt omstreeks 206 voor Christus in het oude China en was toen een zeer populair geneesmiddel.Het sap van de plant helpt tegen insectenbeten, maar ook tegen het prikken van de brandnetel.Het bijzondere is dat deze plant ook vaak in de buurt van de brandnetel te vinden is. De plant heeft een slijmoplossende functie bij borstinfecties.Het is ook een goede plant bij het bestrijden van diarree en darminfecties. Het sap kan ook worden gebruikt bij oorontsteking, wonden, oogontsteking en aambeien.Vroeger stopten mensen de bladeren in hun schoenen als ze een eind moesten lopen, omdat de sap looistof bevat dat het stuklopen van de voeten tegen gaat.De plant is in heel Europa te vinden in het wild en kan heel goed tegen vertrappen dus zal de plant vaak te zien zijn op plekken zoals verharde padden of tussen stoeptegels. Waar andere planten niet goed tegen kunnen.Van het vroege voorjaar tot de late herfst.De plant word zo’n 10 tot 30cm.Vanuit de wortelstokken in de grond groeien smalle spitse bladeren.Zon tot halfschaduw.Kan tegen iedere grond.Zaaien in het voorjaar.Bladeren van mei tot september tijdens de bloei.Niet helemaal uitgerijpte zaden, wortel van september tot oktober.De bladeren.Als tinctuur 2x daags 20 druppelsUitwendig: knijp de sap uit het blad of kneus het blad en wrijf ermee over de plek. Bij bijvoorbeeld insectenbeten of brandnetelstekenStop de hele bladeren in je schoen voor je gaat wandelen.Het sap reinigt wonden en werkt ontsmettend.Het verminderd oor- en oogontsteking.Helpt tegen diarree en darmontstekingHelpt bij aambeien.